Nieuwsbrief

Elke maand onze nieuwsbrief ontvangen?


Windmolens op de Thorntonbank
Gemaakt door: Dimfna

Hoofdstuk 1. Waarom een windmolenpark op de Thorntonbank?

We kunnen ons misschien best eerst de vraag stellen waarom een windturbinepark op de Thorntonbank nodig is : de belangrijkste reden is het opwekken van elektrische energie.
Je zou kunnen zeggen dat elektrische energie eveneens en op het moment zelf goedkoper kan worden geproduceerd door gebruik te maken van bijvoorbeeld de elektrische centrales of kerncentrales. Bij elektrische centrales wordt eigenlijk gebruik gemaakt van warmte-energie : door het verbranden van petroleum, aardgas, steenkool of hout, vangt men de hitte op en zet deze via een turbine om in elektrische energie. Bij kerncentrales splijt men de kern van een atoom in twee delen waarbij energie wordt opgewekt. Deze energie wordt ook door een turbine omgezet in elektrische energie. Beide systemen (elektrische centrales en kerncentrales) zijn economisch gezien het interessantst om energie op te wekken. MAAR: beide systemen zijn grote vervuilers van de aarde. De elektrische centrales die warmte - energie produceren zijn als het ware echte CO2 kanonnen. Bij de kerncentrales heeft men het nadeel dat het kernafval honderden jaren nodig heeft om te stabiliseren. Zolang moet het deskundig gestockeerd worden. Tevens vormt een kerncentrale een reëel gevaar voor de mensen indien er iets mee misloopt omwille van de radioactieve straling .

Om de nadelen van het opwekken van elektrische energie op de mensheid en de natuur te beperken heeft men in 1997 het Kyoto verdrag opgesteld om de broeikasgassen te beperken. In België wordt meer dan de helft van alle broeikasgassen uitgestoten door de energiesector.
In dit verdrag staan normen waar alle landen die het verdrag ondertekend hebben, zich moeten aan houden.
Voor België betekent dit dat ze zoveel mogelijk elektrische energie moeten opwekken op wat zogezegd de “hernieuwbare”energiebronnen zijn: waterkracht centrales, geothermische centrales (energie opgewekt door warmwaterbronnen), maar evenzeer WINDKRACHT CENTRALES. De windturbines op de Thorntonbank zijn dus een mogelijkheid om op milieuvriendelijke wijze de Kyoto-norm te halen.





Hoofdstuk 2. Waar is de Thorntonbank gelegen?

De Thorntonbank is een zandbank die zich bevindt op ongeveer 30 kilometer van de kust van Zeebrugge. Om precies te zijn 28,7 kilometer. De Thorntonbank is de naam van een zandbank. Het is een langgerekte zandbank. De Thorntonbank strekt zich over een lengte van wel twintig kilometer over de grens met Nederland uit, waar ze geleidelijk aan overgaat in de Rabsbank. Zelfs bij laag water ligt het ondiepste punt van de bank nog steeds op meer dan vijf meter onder het nulniveau van de zeekaarten. De bank loopt evenwijdig met de kustlijn en torent wel 25 meter uit boven de omliggende geulen.


Hoofdstuk 3. Hoe werkt het windmolenpark op de Thontonbank?

De windmolens die nu reeds op de Thorntonbank staan worden elk in 4 fazen geplaatst: de basis van de windmolen wordt in het zand van Thorntonbank geplaatst. De bodem van de Thorntonbank bestaat uit een toplaag van los zand met daaronder consistenter materiaal. Om de windmolens op de vaste bodem te funderen, zal eerst het zand worden weggebaggerd tot in de consistente laag. Het verwijderde zand wordt vlakbij op de zandbank tussengestockeerd om nadien te worden hergebruikt voor het heraanvullen van de funderingsputten. Dredging International zal deze putten binnen de opgelegde nauwkeurigheid op diepte afwerken.
Tideway krijgt de opdracht om met haar valpijpschip “Seahorse”’ een steenslagfundering in twee gescheiden lagen aan te brengen op de bodem van de funderingsput. De steenslag wordt onder strikt gecontroleerde omstandigheden op de bodem aangebracht. De toplaag moet worden afgewerkt met een nauwkeurigheid van ongeveer 5 cm teneinde de horizontaliteit van het funderingsbed te verzekeren. Op deze steenslagfundering worden nadien de GBF’s gepositioneerd.
De GBF’s worden één voor één aan land verreden naar de kaai. Daar neemt het kraanschip de GBF’s op en vervoert ze naar de Thorntonbank. Met behulp van een zeer nauwkeurig plaatsbepalingssysteem worden de GBF’s afgezonken op de voorziene locaties. De duur van één operatie duurt bij goede weersomstandigheden ongeveer twee dagen.
Speciaal voor de heraanvullen van de funderingsput werd er een machine ontworpen en gebouwd. Het is uitgerust met een sproeipijp voor het heraanvullen van de put. De sleephopperzuiger baggert het gestockeerde zand op en verpompt het via een drijvende leiding naar de sproeipijp.
De sleephopperzuiger baggert het gestockeerde zand op en lost het droog met haar overslagkraan. Op dit ponton wordt het zand opnieuw vermengd met water. Het zand bezinkt en het overtollige water wordt afgepompt.
De derde toepassing is het gelijkmatig aanbrengen van de erosiebescherming met een valpijpsysteem. De breuksteen wordt aangevoerd door de “Vlaanderen XXI” en wordt in twee gescheiden lagen van verschillende afmetingen accuraat rond de GBF aangebracht. Tenslotte plaatst men de rotor zelf. De rotor heeft 3 wieken van elk 61,5m lang. De rotordiameter bedraagt 126 meter. De hoogte van de totale constructie bedraagt: 184 meter.

De wind zorgt er voor dat de wieken beginnen te draaien. In een tandwielkast wordt de draaiing van de as versneld. Hierdoor wordt een generator aangedreven. De generator wekt elektriciteit op.
De windturbines beginnen te draaien vanaf een windsnelheid van 3m/seconde.
Het automatisch remmechanisme legt de rotor stil vanaf een windsnelheid van 31m/seconde.
De elektriciteit is nu wel opgewekt, maar ze moet nog vervoerd worden naar land. Hiervoor heeft men welgeteld 124,4 km zeekabelverbindingen aangelegd tussen de Thorntonbank en Oostende.
Maar de overbrenging van de opgewekte elektriciteit gebeurt niet rechtstreeks: eerst wordt de elektriciteit vanaf de Thorntonbank naar een offshore transformatorstation gebracht. In dit station wordt de binnengehaalde energie omgezet (getransformeerd) van 33 KV (kilovolt) naar 150 KV. Dit is nodig omdat een lagere spanning meer verlies teweegbrengt als men het vervoert over een langere afstand. Hierna wordt de getransformeerde elektriciteit overgebracht naar land waarbij de kabel op het diepste punt 30 meter onder een duintop passeert. Op dit punt wordt de zeekabel vervangen door een landkabel die 3,8 km lang is. Tenslotte wordt deze landkabel in het hoogspanningsschakelstation te Bredene gekoppeld aan het openbare 150 KV elektriciteitsnet.
Opmerkelijk is dat er nergens in het traject hoogspanningspalen worden gebruikt die de omgeving ontsieren.





Hoofdstuk 4. Weetjes:

- de realisatie van de windturbines op de Thorntonbank ligt in handen van het consortium C-power. En consortium is een samenwerking van verschillende bedrijven die samen een nieuw bedrijf vormen. Het consortium C-power bestaat uit bedrijven uit uiteenlopende bedrijfstakken: o.a. een bedrijf dat instaat voor de funderingen van het windturbinepark; verschillende investeringsbedrijven; bouwer van elektriciteitsopwekkingcentrales.

- Het consortium C-power heeft verkozen samen te werken met het bedrijf Eneco voor de verdeling van de elektriciteit.
- De totale kostprijs van het Thorntonbank-project zal 800 miljoen euro bedragen.
- Op dit ogenblik zijn er 30 van de 60 geplande windmolenturbines geïnstalleerd en werkzaam. Als het totale project tegen 2013 is voltooid zal het project 300 megawatt elektriciteit produceren. Dit is goed om zowat 270.000 gezinnen of 600.000 inwoners van elektrische energie te voorzien. Vandaag levert het Thorntonbank-project + 40 % van de hernieuwbare energie die België nodig heeft om dit jaar de Kyoto-norm te halen.


Actualiteit

Windmolenpark op Thorntonbank bijna kopje onder
Na veel getreuzel mocht het consortium C-Power in 2007 eindelijk beginnen met de bouw van dertig windturbines op de Thorntonbank. Maar voor de tweede fase van het project vindt C-Power nergens nog geld. De dertig windturbines die C-Power bouwt op de Thorntonbank, zo’n dertig kilometer van de kust van Zeebrugge, moeten straks 986 MWh elektriciteit produceren, genoeg voor 270.000 gezinnen. In 2005 produceerde België vier maal minder windenergie (227 MWh), goed voor 0,3 % van het totaal van de in het lang geproduceerde energie. De totale kostprijs van het project bedraagt 850 miljoen euro.
Windpark op zee heel dichtbij
04/05/'07 Het laatste obstakel voor het eerste windenergiepark op zee is uit de weg geruimd. De katalysator was een schriftelijke garantie van de ministers van de Noordzee en van Energie. C-Power wil in 2008 de eerste zes windturbines op de Thorntonbank bouwen en in bedrijf nemen, om uiteindelijk te komen tot een windenergiepark met een vermogen tussen 216 en 300 megawatt. Daarmee kunnen 20.000 gezinnen van elektriciteit voorzien worden.

Nieuwe horde genomen voor realisatie windmolenpark Thorntonbank
08/05/'07 Vlaams minister van Leefmilieu en Openbare Werken Kris Peeters heeft het licht op groen gezet voor de werken aan de kaaimuur op de Halve Maan site in Oostende. Daarbij wordt de haven van Oostende toegankelijker gemaakt en is er tegelijk een nieuwe een horde genomen in de realisatie van het windturbinepark op de Thorntonbank.




Meer informatie over Windmolens op de Thorntonbank: