Hoofdstuk 1. Paspoort dromen

– Hoe lang? Gemiddeld vijf minuten per droom.
– Waar? In je hoofd.
- Hier komen dromen vandaan: uit je hersenen.
– Wanneer? 's Nachts als je slaapt of overdag als je dagdroomt.
– Hoe vaak? Ongeveer vier of vijf keer per nacht.
– Bij wie? Iedereen droomt, maar niet iedereen onthoudt het.
– Waarom? Om dingen uit je leven te verwerken.

Hoofstuk 2. Hoe werkt het?

Dromen doe je niet zomaar. Het lijkt wel zo: ogen dicht en dromen. Maar nee, dromen gebeurt in verschillende stappen. Die stappen noemen we 'stadia'.
Stadium 1: doezelen.
Je bent wakker, maar begint al een beetje moe te worden. Doezelen noemen we dat. Je ogen draaien langzaam. Je armen en benen worden zwaar. En je spieren verslappen. Langzaam val je in slaap.
Stadium 2: lichte slaap.
Dit stadium duurt ongeveer een half uur. Je spieren zijn slapper dan bij het doezelen en je ogen bewegen niet.
Stadium 3: diepe slaap.
Dit kan een uur duren. Je spieren zijn helemaal ontspannen. Je hartslag en bloeddruk zijn ook heel laag. Je gaat langzamer ademen en je lichaamstemperatuur daalt. Als iemand je nu wakker wil maken, kost dat best wel moeite.
Stadium 4: REM-slaap.
Hier slaap je weer wat lichter. Ook beweegt je lichaam meer. Je ogen bewegen heel snel heen en weer. Dit heet in het Engels de Rapid Eye Movement (REM) = snelle oog beweging. In dit stadium droom je. Als iemand je nu wakker maakt, herinner je je droom vaak heel goed. Maar dit stadium duurt vaak niet langer dan een minuut of vijf.
Tijdens je slaap ga je wel een keer of vijf door deze stadia heen. En zo kan het dus gebeuren dat je vijf verschillende dromen in één nacht hebt!

Hoofdstuk 3. Je lichaam

Als je slaapt, gebeuren verschillende dingen met je lichaam. Ook in de verschillende stadia is dat zo. In het begin ga je lekker ontspannen. Je ogen bewegen langzaam. Hoe langer je slaapt, hoe meer je spieren ontspannen en hoe minder je ogen bewegen. Behalve in de REM-slaap. Je ogen bewegen dan juist heel snel. Sneller dan je ooit zou kunnen als je wakker bent. Op dat moment droom je. Heb je een nachtmerrie? Dan kun je gaan zweten of schreeuwen. Dat is helemaal niet erg. Het hoort er allemaal bij.

Hoofdstuk 4. Meerdere dromen

Denk jij dat je 's nachts maar één keer droomt? Dat heb je mooi mis! Tijdens de REM-slaap droom je. Tijdens een nachtje slapen, komt die REM-slaap wel vier of vijf keer voorbij. Elke keer kun je dus een droom hebben. Vijf verschillende dromen in een nacht is dus niets bijzonders! En dromen hoeven helemaal niks met elkaar te maken te hebben. Zo kun je na een heel vervelende nachtmerrie best een geluksdroom dromen. En ben je die nachtmerrie zo vergeten!

Hoofdstuk 5. Weten dat je droomt

De allerleukste droom is de 'lucide' droom. Een makkelijker naam daarvoor is de 'doe-het-zelf-droom'. Het is een droom waarin je wéét dat je droomt. Normaal is dat niet zo. Maar in een lucide droom kun je dingen laten gebeuren die jij zelf verzint tijdens je slaap. Het is niet makkelijk, maar je kunt het wel leren met behoorlijk wat oefening.

Hoofdstuk 6. Een paar tips

Vraag jezelf regelmatig overdag: "Hoe kwam ik hier?" Ga dan in gedachte de hele weg terug. Op een keer zul je je dat ook in je droom afvragen. Je weet dan niet hoe je in die droom terecht bent gekomen. Je weet dus dat je droomt!
Men zegt dat je van bepaald voedsel ook lucide dromen krijgt: augurken met mosterd, vis, ijs, popcorn en melk bijvoorbeeld. Maar of dat ook echt lukt? Probeer het maar eens!

Hoofdstuk 7. Dromen onthouden

Je weet dat je gedroomd hebt, maar wát ook weer… je hebt geen idee! Je zou willen dat je je dromen beter kon onthouden. Dat kan! Er is een handige en simpele truc voor. Je ligt in bed en je zegt hardop: "Ik wil mijn droom onthouden". Zeg het desnoods een paar keer. Als je de volgende ochtend wakker wordt, sta dan niet gelijk op. Blijf even rustig liggen en denk terug aan wat je gedroomd hebt. Schrijf het direct op, voordat je het weer vergeten bent. Dus, nog een handige tip: leg pen en papier naast je bed!

Je kunt geen foto's maken van je dromen. Maar als je ze opschrijft, heb je toch een aandenken.

Hoofdstuk 8. Nachtmerries

Meestal is dromen leuk. Maar soms ook helemaal niet. Is het niet leuk, dan heb je een nachtmerrie. In een nachtmerrie kunnen de verschrikkelijkste dingen gebeuren. Je droomt bijvoorbeeld over enge monsters, of dat je ergens vanaf valt. Of dat je ruzie hebt met je beste vriendje. Vaak word je dan wakker met een vervelend gevoel.
Nachtmerries heb je vaak als er iets naars is gebeurd. Op school of thuis. Zonder dat je het in de gaten hebt, denk je erover na. Als je gaat slapen, komen die gedachten in je hoofd. En dan droom je erover.
Nachtmerries zijn natuurlijk heel vervelend. Toch zit er ook iets goeds aan. Want doordat je over die rottige dingen droomt, verwerk je ze. Die ruzie met je vriendje in je droom is vast veel erger dan in werkelijkheid. En die monsters die jou in je dromen achterna zitten, bestaan niet echt. Heb je een nachtmerrie gehad? Denk er dan eens over na als je wakker bent. Je zult zien dat het vaak wilde fantasieën zijn die nooit in het echt kunnen gebeuren.

Hoofdstuk 9. Betekenis van dromen

Sommige mensen zeggen dat dromen een betekenis hebben. Droom jij bijvoorbeeld over paarden? Dan ben je op zoek naar avontuur. Droom je over huizen? Dan zit je lekker in je vel. Ben jij in je dromen te vinden op een zonnig strand? Dat betekent dat je gelukkig bent! En komt er ook nog water in je droom voor? De zee bijvoorbeeld? Dan ben jij vanbinnen een sterk mens. Droom jij over een deur die je niet open krijgt? Dan is er misschien iets wat je graag wilde doen, maar dat niet helemaal gelukt is. En droom je over lege ruimtes? Dan wordt het tijd dat je wat meer vriendjes en vriendinnetjes maakt!
Andere mensen vinden het flauwekul om dromen op die manier uit te leggen.

Hoofdstuk 10. Praten in je slaap

Misschien herken je dit: je ligt met een vriendje op een kamer te slapen. 's Nachts hoor je hem praten. Eerst denk je dat hij het tegen jou heeft. Je luistert eens goed. Maar eigenlijk begrijp je er geen woord van. Dat kan wel kloppen. Hij praat in zijn slaap. Hij droomt waarschijnlijk ergens over en praat daarbij tegen iemand.
Soms kun je met slapende mensen hele gesprekken voeren. Maar meestal kun je er geen touw aan vastknopen. En wedden dat diegene die praat het de volgende dag niet meer weet?
Soms lijken dromen zó echt dat mensen huilen of schreeuwen in hun slaap. Lig je toevallig bij zo iemand op de kamer? Laat diegene dan gewoon slapen. Vooral niet wakker maken! Meestal wordt diegene vanzelf wakker en slaapt daarna gewoon verder. Hopelijk heeft hij of zij dan een fijnere droom!

Hoofdstuk 11. Dagdromen

Iedereen kent het wel. Je zit in de klas en de juffrouw of meester is een lang verhaal aan het vertellen. Jij kijkt naar buiten. Naar de wind in de bomen of de mensen die voorbij lopen. Op een gegeven moment weet je dat je in de klas zit, maar hoor je niet meer wat er wordt verteld. Jij denkt aan het zwembad waar je in het weekend naartoe gaat. Of de wandeling die je gisteren in het bos maakte. Of wat je later wilt worden. Op dat moment ben je aan het dagdromen. Terwijl je klaarwakker bent. En dan hoor je opeens: "Zit niet zo te dromen!" Oh jee! Je schrikt op en wordt wakker. Dagdromen kan heel fijn zijn. Je zet je gedachten even op een rijtje. Maar misschien is het niet zo handig om het in de klas te doen!
"Slaap je in de klas?"
"Nee meester, ik bereid me voor op mijn spreekbeurt!"

Hoofdstuk 12. Mijn droom is niet af!

Heb je wel eens meegemaakt dat je wakker werd uit een heel leuke droom? En dat die droom nog niet af was? Je wilt hem dan dolgraag 'afdromen'. Gewoon, om dat leuke gevoel vast te houden. Of omdat je nieuwsgierig bent hoe de droom gaat aflopen. Dat afdromen lukt vaak niet. Als je weer in slaap valt, is het moeilijk om weer in je oude droom terecht te komen. Dat komt doordat je niet meteen droomt zodra je in slaap valt. Pas als je echt in een diepe slaap bent, droom je. En probeer dan die oude droom maar weer eens op te pakken. Da's niet zo makkelijk!