Slangen komen uit een ei.
De eieren van een slang zijn ongeveer 2,5 centimeter lang. Ze hebben een zacht schaal, die een beetje op leer lijkt. Binnenin het ei groeit een baby-slang. Een vrouwtjesslang legt haar eieren in een gat in vochtige grond. De grond houdt de eieren warm, zodat de baby-slang binnenin het ei kan groeien.

De babyslang groeit in een ei.
De baby-slang blijft ongeveer 10 weken in een ei. Binnenin het ei eet de baby-slang de eidooier. Hierdoor wordt de babyslang sterk. De baby-slang ademt door kleine gaatjes in de eierschaal. Als hij groot genoeg is om uit het ei te breken, maakt hij de eierschaal stuk met zijn ei-tand.

De slang breekt uit het ei.
De slang duwt zijn kop door het gat uit het ei. Hij lijkt op zijn vader en moeder, maar heeft een andere kleur en is veel kleiner. Als de slang uit het ei komt is hij nog zo klein als een potlood. Maar hij kan wel 2 meter lang worden.





Slangen in het kort.
Slangen zijn aan hagedissen verwante reptielen. Maar het zijn meer dan hagedissen zonder poten. Slangen kunnen zwemmen en er zijn er die zelfs kunnen vliegen.

Veel botjes.
Slangen hebben een heel lang skelet met een wervelkolom die van hun kop tot bijna aan het puntje van hun staart loopt, met soms wel een paar honderd ribben.

Gevaarlijke giftanden.
Als een gifslang bijt spuit hij met zijn giftanden gif in zijn prooi. Bij sommige soorten zitten de giftanden naar achteren geklapt. Als de slang zijn bek opent gaan ze vanzelf naar voren!





Spugen.
Spugende cobra’s proberen een vijand weg te jagen door gif in zijn ogen te spuiten. Dat geeft een brandend gevoel en schrikt heel vijanden af.

Reuzen.
De Netpyhon is de grootste slang ter wereld. Hij kan wel 10 meter lang worden en doodt zijn prooi door die te wurgen. Het is een nachtdier dat zich overdag ophoudt in bomen.