Nieuwsbrief

Elke maand onze nieuwsbrief ontvangen?


konijnen
Gemaakt door: jamsijn
Mijn konijn

Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik zelf een konijn heb. Ik ben erachter gekomen dat er heel wat bij komt kijken als je een konijn aanschaft. Ook is het belangrijk om te weten hoe je een konijn moet verzorgen. Ik heb dit werkstuk gemaakt zodat ik veel meer over mijn konijn kom te weten. Op die manier geef ik mijn konijn een nog beter leven en heb ik er veel meer plezier aan. Vooral wat het gedrag van een konijn betreft, wil ik veel leren!

Wat is een konijn
Het konijn is een zoogdier, behorende tot de orde der haasachtigen. Konijnen behoren niet tot de knaagdieren, al wordt dit vaak gedacht. Knaagdieren beschikken in het bovenste deel van het gebit over maar twee snijtanden terwijl haasachtigen er vier hebben, waarvan de twee stifttanden achter de bovenste snijtanden staan. Het konijn wordt veelvuldig gehouden als huisdier.



De grootte van het konijn zit tussen die van de echte hazen en de fluithazen in. De achterpoten van het konijn zijn relatief veel korter dan die van de hazen, maar langer dan die van de fluithazen. De buik is veel lichter van kleur dan de rug, vaak wit. Ook de onderzijde van de staart en de poten is wit. Het konijn leeft alleen van plantaardig voedsel. Ook eet het zijn eigen keutels op. Hun lichaam is bedekt met vacht. Elk onderdeel van een lichaam van een konijn heeft een eigen taak. De pels heeft een vettig laagje om te voorkomen dat er water de huid raakt. Een konijn heeft gevoelige zintuigen. Met zijn neusje ruikt hij de zwakste geuren. Een konijn kan hard lopen en grote sprongen maken.
Het konijn is in een vrij groot aantal vormen gedomesticeerd (tot huisdier gekweekt).. Er zijn heel veel konijnenrassen. Het konijn werd al in de Romeinse tijd als huisdier gehouden. Eerst werd het dier gehouden voor het vlees en de vacht, later ook als gezelschapsdier. De Romeinen hielden het konijn in parkjes met hoge muren. Behalve volwassen dieren aten zij ook pasgeboren konijntjes, die als delicatesse werden beschouwd. In middeleeuwse kloosters werd voor het eerst melding gedaan van kleurveranderingen. Pas in het midden van de 19e eeuw werden konijnen ook als hobbydier gehouden, waarbij er speciale konijnententoonstellingen werden gehouden. Na de Tweede Wereldoorlog werd het konijn een populair gezelschapsdier.

Konijnenrassen variëren zeer van grootte, kleur, vachtlengte en in de stand van de oren. Een groot ras zoals de Vlaamse Reus kan meer dan acht kilogram wegen, terwijl dwergkonijnen nauwelijks een kilogram wegen. Het gewone konijn weegt ongeveer anderhalf tot twee kilogram.

Tamme dieren kunnen allerlei kleuren hebben: wit, bruin, roestbruin, zwart, grijs, blauw, etc. Ook zijn er dieren met meerdere kleuren en opvallende tekeningpatronen, als gevlekte konijnen. Over het algemeen hebben tamme konijnen een korte vacht, maar het Angorakonijn heeft juist een snelgroeiende, wollen vacht. Kruisingen tussen wilde en tamme konijnen brengen meestal sterke, veelbehaarde jongen voort die ook allerlei kleuren kunnen hebben.



Een konijn bezit geen hoektanden. In de bovenkaak zitten er wel twee stifttanden, twee zeer grote snijtanden, zes voorkiezen en zes kiezen. Op deze kleine tandjes (stifttanden) rusten de onderste snijtanden wanneer het dier niet eet. In de onderkaak heeft het konijn twee zeer grote snijtanden, vier voorkiezen en zes kiezen.

Het konijn wordt in het wild maximaal negen jaar oud. Tamme konijnen kunnen, als ze goed verzorgd worden, wel 12 jaar oud worden. Onder normale omstandigheden (in een hok, altijd genoeg eten) worden tamme konijnen ongeveer 5-7 jaar, meestal gaan ze dan dood omdat ze te dik worden.

Het wild konijn heeft een kop-romplengte van 34 tot 50 centimeter en een lichaamsgewicht van 1,2 tot 2,5 kilogram. Het staartje is 4 tot 8 centimeter lang. Wilde konijnen hebben voornamelijk een grijsbruine kleur, wildkleur of agouti genaamd. De dieren hebben ook een roodbruine vlek in de nek. De oren hebben een bruin puntje, de bovenzijde van de staart is zwartbruin. De buikzijde is blauwig grijs van kleur, de onderzijde van de staart is wit. Deze valt zeer op als hij wordt opgewipt. Sommige konijnen die maar half wild zijn kunnen wit of zwart zijn. Bij het wilde konijn zijn de oren minder lang dan de lengte van de kop. De oren van een konijn in het wild kunnen erg groot worden, hiermee vangen ze veel geluiden op.



Het konijn is een schemerdier (ook wel schemeractief genoemd). Het wilde konijn leeft van een grote variatie aan plantaardig voedsel: grassen, kruiden, loten, knollen, bast en akkergewassen als graan en kool.

Gedrag van een konijn

Als je zomaar een tijdje voor een konijnenhok of -ren zit en naar de konijnen die daar in wonen kijkt zie je in een paar minuten tientallen verschillende gedragingen voorbij komen.

Ontspannen gedrag: Het liefst zien wij natuurlijk allemaal ontspannen, gelukkige konijntjes die lekker tegen elkaar aan liggen te slapen, elkaar wassen en vredig met elkaar om gaan. Helaas is dat in de praktijk nog wel eens anders! Hieronder een opsomming van gedrag dat aangeeft dat je konijn het prima naar zijn of haar zin heeft bij jou!



Volledig uitgerekt languit liggen, ogen half dicht: Je konijn voelt zich ontzettend op zijn gemak en ligt lekker te rusten, laat hem lekker even alleen.
Slapen: sommige konijnen slapen met hun ogen open. Het enige dat verraad dat ze slapen is dat hun neusje bijna niet meer op en neer gaat. Andere konijnen lijken compleet van de wereld te zijn en liggen met hun ogen dicht op hun zij of rug.
Likken: Dit doen konijnen als ze je lief vinden. Konijnen wassen soortgenootjes ook erg vaak, dit betekent dat ze elkaar accepteren.

Dingen in het rond gooien (bijv., de etensbak): Het konijn is hongerig of hij heeft iets gevonden waar hij mee kan spelen.

Neerploffen: Het konijn valt tijdens het lopen spontaan op zijn zij en gaat lekker liggen rollen. Het konijn voelt zich prima op zijn gemak en is lekker aan het relaxen.

Knarsetanden: Dit kan twee dingen betekenen. Of je konijn heeft erg veel pijn, of het is erg gelukkig. Je kunt het dan vergelijken met het spinnen van een kat.

Wassen: Konijnen wassen zichzelf en elkaar ontzettend vaak! Dit is natuurlijk alleen maar goed!

Bijten in draden of meubels waar ze weten dat ze niet in mogen bijten: Het konijn is boos of verveeld, geef haar iets anders te doen.

Graven: graven is natuurlijk gedrag van konijnen. Graaft jouw konijn ergens waar het niet mag? Zorg dan dat hij een plek krijgt waar het wel kan, maak gewoon een mooie zandbak voor je konijn!

In de lucht sprinten en tijdens de sprong de voeten schuin in de lucht trappen: Je konijn is erg blij! Hij maakt een binky!

Alert gedrag Onze konijnen missen niets van hun omgeving! Het zijn hele oplettende diertjes! Hieronder lees je welk gedrag te maken heeft met het opnemen van de omgeving.

Op de achterpoten staan: je konijn wil de omgeving beter kunnen overzien.
Languit liggen, met de oren overeind en het staartje omhoog: Het konijn is niet bang, maar ziet wel iets interessants in zijn omgeving, dit kan heel goed een konijn van het andere geslacht zijn!



Overeind staand met de oren overeind: Dit kan verschillende betekenissen hebben. Het kan zijn: Gevaar! Oppassen! Maar ook kan het konijn opgewonden zijn, of iets nieuws zien of horen.

Met de oren op en neer en heen en weer bewegen, en alert kijken: Het konijn is opgewonden, geconcentreerd of enthousiast, en probeert in zich op te nemen wat er in de omgeving gebeurt.

Gedrag van stress en / of angst

Dit is gedrag wat je konijn laat zien op het moment dat hij het eigenlijk even niet zo goed meer weet. Hij kan bang zijn omdat hij in een reismand gestopt wordt, omdat hij in een nieuwe omgeving is beland, omdat er een vreemd konijn op zijn terrein loopt… zo zijn er nog veel meer redenen te bedenken waarom een konijn gedrag laat zien dat met stress en onzekerheid te maken heeft. Hieronder een aantal voorbeelden.

Pootje heffen: het konijn heft één van zijn voorpootjes even op, en zet het later dan weer neer. Je konijn is onzeker in deze situatie.
Krabben: dit doet je konijn als hij het even niet zo goed weet. Niet altijd als je konijn krabt heeft dit met zijn humeur te maken, het kan natuurlijk ook gewoon jeuk zijn!

Plat op de grond liggen: Als je konijn zichzelf echt plat tegen de grond duwt, is dit een teken dat hij het eng vindt.

Oren plat in de nek: Dit is een teken dat je konijn bang is en zich niet op zijn gemak voelt. Verder zijn ook zwaar en snel ademen en wijd opengesperde ogen een teken van angst.



Stampen: Gevaar! Of je konijn voelt zich beledigd of is boos.
Wegrennen: Als konijnen schrikken, wat vaak komt kunnen ze heel hard wegrennen. Soms stoten ze daarbij tegen allerlei dingen aan. Konijnen zijn prooidieren en dit zit in hun instinct.

Het konijn maakt zich klein en legt de oren in zijn nek: Het kan zijn dat een konijn dit doet als teken van onderdanigheid. Het kan ook zijn dat het konijn bang is.

Krijsen: een konijn dat heel veel pijn heeft en / of doodsbang is kan krijsen. Dit is echt een verschrikkelijk geluid en alles behalve positief.
Territoriaal gedrag: Konijnen zijn best territoriale wezentjes. Een groot deel van hun tijd zijn ze dan ook bezig met het afbakenen van hun eigen plekje. Zeker als er andere konijnen in de buurt zijn waar ze al dan niet mee kunnen opschieten.



Kin over dingen wrijven: Dit betekent dat het konijn zijn terrein afbakent. Het kan ook betekenen dat het konijn het wil markeren met zijn geur omdat hij later zijn tanden er in wil zetten.

Rondhupsen met de staart omhoog: Dit doen mannetjes (en vrouwtjes) als ze opgewonden zijn. Als je voeten in de buurt zijn kun je die beter weghalen, voor hij ze aanziet voor een vrouwtjeskonijn.

Bijten in de kont van een ander konijn: Dit doen konijnen om hun grenzen aan te geven bij hun soortgenootjes, bijvoorbeeld als een van de konijnen te druk is tijdens het middagslaapje van de anderen.

Bijten in de nek van een ander konijn: Dit doen konijnen als en voor ze op hun soortgenootjes gaan rijden. Als ze op je voet willen gaan rijden bijten ze soms ook.

Bijten naar de hand die aan de voerbak komt: Je komt in het territorium van je konijn. Misschien is het beter om je konijn een groter hok of een maatje te geven. In dit artikel kun je ook tips vinden om dit probleem op te lossen.
Haar uit het eigen lijf trekken en later alles in een hoekje van de kooi neerleggen: Dit is nestgedrag. Vrouwtjes krijgen dit als ze zwanger zijn. Soms doen ze het ook als ze dat niet zijn, dat heet schijnzwanger. Het komt zelfs voor dat mannetjes nestgedrag vertonen.



Het baasje achtervolgen: Dit doen konijnen als ze zin hebben in iets lekkers of als ze aandacht willen. Ze weten dat het baasje meestal degene is die dit geeft, en dus hupsen ze achter het baasje aan.

Het eten van je kleding/schoenen: Dit betekent dat je of in de weg staat, of dat ze aandacht/eten willen.

Graven op je voeten: Je voet staat in de weg, het konijn probeert zich er een weg door te graven, of hij is lekker aan het spelen.

Elkaar achtervolgen: Dit doen ze als ze de onderlinge rangorde willen bepalen.

Bijten en grommen: Je komt of binnen het territorium van een konijn dat dit niet leuk vind, of je wil iets bij het konijn zelf doen. Konijnen grommen en bijten soms als je iets aan hun zelf wil veranderen, zoals het knippen van teennagels, borstelen, medicijnen geven of als je ze niet prettig vasthoudt.
Het konijn maakt zich klein en legt de oren in zijn nek: Het kan zijn dat een konijn dit doet als teken van onderdanigheid. Het kan ook zijn dat het konijn bang is.

Gedrag van zieke konijnen:
Lusteloosheid: Is jouw konijn normaal levendig en actief, maar blijft hij nu stil in een hoekje zitten? Hou hem dan goed in de gaten, want het kan heel goed zijn dat hij ziek is! Twijfel je over zijn gezondheid, bel dan altijd een dierenarts voor advies.

Slap als je hem optilt: Een konijn hoort niet slap te zijn als je hem optilt, maar altijd wat weerstand te geven.
Zwaaien met het hoofd: Het konijn wiegt het hoofd heen en weer. Dit doen sommige konijnen die niet zo heel goed kunnen zien. Het kan ook op een oorontsteking of parasiet in de hersenen wijzen.

Voortplanting

Een mannetjes konijn noemen ze een ram. Een vrouwtjes konijn wordt een voedster genoemd.
Als de ram de voedster dekt, duurt het 28 tot 31 dagen tot er jonge konijnen komen.
Het vrouwtjes konijn kan 6 keer per jaar jongen krijgen.
Een konijn wordt blind, doof en naakt geboren.
Wel kan het al goed ruiken. Zo vindt hij zijn moeder om melk te drinken. Na 4 dagen begint de pels te groeien. De jonkies kruipen dicht bij elkaar in het warme nest. Pas als ze een week of 3 zijn gaan ze naar buiten. Een keer per dag komt de moeder om de jonkies melk te laten drinken.



Aanschaf en verzorging

De aanschaf van een konijn
Als je een konijn wilt hebben moet je de volgende dingen aanschaffen: een hok, waterfles, binnenhok, ren, voerbakje, stro, hooi, zaagsel en voer. Als je een konijn wilt kopen moet je op de volgende dingen letten: vraag of het dier een ziekte heeft en of het een man of vrouw is.

De verzorging van het konijn

Een konijn wast zichzelf erg veel. Een konijn kan zelf zijn nagels niet slijten dus jij kunt ze knippen. Dat kun je ook door de dierenarts laten doen. De tanden van een konijn groeien het hele jaar door. Dus je moet er voor zorgen dat het konijn iets heeft om aan knagen. Bijv. een blokje hout. Als de vacht van het konijn niet glad is dan is hij niet gezond. Het meest wast een konijn zijn gezicht. Het grappigst is als hij zijn oren wast. Als ze hun achter poten wassen strekt hij hem helemaal uit. Als een konijn een klit heeft dan moet je hem er voorzichtig uit kammen. Je mag een konijn niet storen als hij zich aan het wassen is.

Verschoon 1 keer per week het hok. Als je konijn een nieuw hok heeft, moet je hem er 1 dag inlaten. Als je konijn angstig heen en weer rent dan voelt hij zich niet op zijn gemak. Als je zijn hok verschoont dan moet je zijn etensbakje op de zelfde plaats terugleggen.

De conditie van een konijn

Als je een konijn hebt, dan doe je hem in het hok of op schoot. Maar een konijn heeft net als mensen beweging nodig. Je kan hem bijvoorbeeld binnen los laten lopen of een ren voor een konijn kopen. Als je een konijn een maand of twee in zijn hok laat zitten dan kan hij bijna niet meer lopen. Ook gaan zijn achterpoten in een driehoek staan.



Je konijn voeren

Je konijn moet iedere dag te eten krijgen. Het is belangrijk dat hij iedere dag vitaminen binnen krijgt : wat kan je je konijn te eten geven? Appel, tomaten, peer , meloen, boerenkool, erwten, knolraap, wortels, kool, spinazie, witlof, spruitjes, bloemkool, komkommer, brood, gras, paardenbloem, baadjes weegbree, hooi en gewoon voer dat je in de winkels koopt. Daar zitten ook heel erg veel vitaminen in. .maar geef hem niet te veel dan wordt hij dik !!!!!!!!!!! Geef nooit je konijn beschimmeld of oud eten !!!!!!!!

naar de dierenarts

Een dierenarts helpt dieren gezond te houden. En weer gezond te maken. Hij is er dus ook voor jouw konijn. Als het dier ziek is geworden of iets mankeert zal hij alles in het werk te stellen om het dier weer beter te maken. Ook zal hij je vertellen hoe je je konijn moet verzorgen en heb je vragen over je huisdier stel hem gerust. Of vragen aan zijn assistente. De assistente helpt de dierenarts. Zij weet veel over konijnen. Je kunt haar opbellen of de praktijk van de dierenarts opzoeken. En als dier ziek is, geeft de dierenarts medicijnen en vertelt hoe je het dier weer beter kan maken.





Meer informatie over konijnen: