De Trein
Gemaakt door: Casper
De stoomtrein werd uitgevonden in 1804, maar het begon allemaal in 1765 met de stoommachine.
De stoommachine is uitgevonden in Engeland en werd gebruikt in vele fabrieken, 39 jaar later zette een andere Engelsman wielen onder die machine. Dat bleek een groot succes te zijn. In 1830 werd de eerste spoorlijn geopend, dat was ook in Engeland. Over die lijn reed De Rocket met een snelheid van 50 km/u.
In 1839 reed de eerste stoomtrein in Nederland, dat was op het spoor tussen Amsterdam en Haarlem. Daar reed “De Arend” met een snelheid van 38 km/uur. De trein werd vooral gebruikt om goederen te vervoeren, want er waren toen nog geen auto’s of vrachtauto’s.
Een tijdje later, rond 1924, kwamen er vrachtauto’s. Toen kreeg de spoorweg het moeilijk, want steeds meer bedrijven lieten hun producten met de vrachtwagen vervoeren. Toch bleven mensen doorwerken aan nog grotere, nog sterkere en nog snellere stoomtreinen. In 1928 werd er zelfs een record neergezet in de categorie: snelheid, deze trein behaalde een snelheid van maar liefst 202 km/uur.
dieseltrein
In 1932 besloot men geen stoomlocomotieven meer te bouwen, er moest dus een nieuw idee komen. En ja hoor, 2 jaar later kwam men op het idee een dieseltrein te bouwen. In hetzelfde jaar reed ook de dieseltrein in Nederland, dat was op het spoor tussen Apeldoorn en Zutphen. Tegenwoordig rijden er nog dieseltreinen die vooral als stoptrein en rangeertrein gebruikt worden.
Rangeren is verschillende wagons vervoeren op het station naar de opslagplaats of naar de locomotief om die samen te stellen. Rangeren gaat met een maximum snelheid; in Nederland is dat 40km/uur.
Elektrische trein
In 1908 reed ook de eerste electrotrein, dat was op het spoor tussen Rotterdam en Scheveningen. De electrotrein zie je steeds meer rijden, dat is namelijk omdat deze veel milieu vriendelijker zijn.
In Nederland mogen deze treinen 140km/uur rijden, maar ze kunnen ongeveer 180km/uur. Deze treinen worden vooral gebruikt als intercity trienen.
H.S.T.
De hogesnelheidstreinen bestaan al ongeveer 45 jaar. Ze reden voor het eerst in Japan. Een H.S.T. krijgt zijn naam als hij 200km/uur of sneller gaat. In 1904 reed de Train a grande vitesse (trein met hoge snelheid) met een snelheid van wel 300km/uur. De passagiers zitten voor de veiligheid dan ook in vliegtuigstoelen. Deze trein rijdt nu ook nog.
In 1991 kreeg Duitsland ook een H.S.T. genaamd de ICE, dit staat voor intercity express. Deze trein rijdt met een snelheid van 250km/uur. In Nederland hebben we ook een H.S.T; de Thalys. Deze rijdt van Amsterdam naar Parijs, met een snelheid van 300 km/uur. Alle hogesnelheidstreinen rijden op een rechte rails met af en toe een flauwe bocht erin, anders vliegen ze uit de bocht.
Machinist
De machinist moet de trein laten rijden, hij probeert dat op tijd te doen. Hij moet goed op alle seinen en lampjes in de cabine letten, anders kan dat nare gevolgen hebben. Hij hoeft niet te sturen want een trein rijdt op een rails en op de rails zitten wissels die zorgen dat de trein op het juiste spoor komt. Wissels worden bediend vanuit de centrale verkeersleidingposten met computers.
In de cabine zit een dodemansknop, deze knop zit helemaal onder het bedieningspaneel, waar de machinist met zijn voeten zit. Hij moet elke 45 seconden de knop loslaten en na 1 seconde weer indrukken. Als hij deze knop te lang loslaat (bijv. als hij flauwvalt) dan stopt de trein automatisch.
Conducteur
De conducteur zorgt dat de machinist weet wanneer hij mag gaan rijden, dit doet hij met handgebaren en een fluitje. Door dit fluitje weten de passagiers dat als ze mee willen, ze dan snel moeten instappen. In de trein checkt hij ook de kaartjes. Als iemand geen kaartje heeft, is dit zwartrijden. Dit kost 35 euro. Als dit te vaak met diegene gebeurt, dan kan de NS(Nederlandse Spoorwegen) je openbaar vervoer rechten intrekken. Ook bestaat er grijsrijden, dit betekent dat je wel hebt betaalt tot een bepaalde bestemming, maar dat je er langer in blijft zitten(bijv.je koopt een kaartje van Lelystad naar Almere, maar je blijft erin zitten tot Amsterdam).
Het spoor en wat daar omheen staat, moet onderhouden worden, anders zou er een ongeluk kunnen gebeuren.
Het spoor slijpen
Het spoor moet goed onderhouden worden, anders kunnen de treinen er niet meer op rijden. Daarom wordt het spoor af en toe bijgeslepen. Dit wordt gedaan met speciale slijptreinen. Deze hebben normale wielen, maar ze hebben ook een extra verbinding met de rails; hiermee wordt het spoor geslepen.
Alle slijpwagons hangen achter een hele sterke locomotief. De locomotief mag niet sneller dan 4 km/uur, anders slijpt hij te veel af en is er kans op ontsporing. De trein moet steeds heen en weer rijden om het spoor ook mooi glad te houden.
Spoor grind
Spoorgrind houdt de spoorstaven op hun plek. Het gebeurt vaak dat wanneer treinen langsrijden dit grind zich verplaatst door de tocht. Daarom moet het grind regelmatig aangevuld worden.
En bovenleiding voorziet de trein van stroom. Na een tijd zal deze vervangen moeten worden, omdat hij slijt. Als deze kabel te veel slijt, kan hij breken en dan is er op dat punt geen stroom meer.
En dit zorgt voor vertragingen.
Dit was mijn presentatie!