Nieuwsbrief

Elke maand onze nieuwsbrief ontvangen?


Klassiek ballet
Gemaakt door: Rosanna

Voorwoord

Ik zit al vanaf mijn 4e jaar op ballet. Eerst was het leuk om te dansen maar nu zit ik op een balletacademie waar het heel erg serieus is. Mijn eerste hoofdstuk gaat over de geschiedenis van ballet. En mijn tweede hoofdstuk gaat over ballet en wat je erbij nodig hebt. Het derde hoofdstuk gaat over de kleding van ballet. In mijn vierde hoofdstuk gaat over de oefeningen staan in mijn hoofdstuk. En mijn vijfde hoofdstuk gaat over het theater.

Hoofdstuk 1 GESCHIEDENIS

Het is 500 jaar geleden dat klassiek ballet is ontstaan.Het ballet is begonnen in Italië & in Frankrijk. Ze dansten aan het hof. Ze dansten aan het hof om de edelen te vermaken. Dit deden ze tijdens de feesten. In het begin werd er bij het dansen ook gezongen. Er was een koning die heette Lodewijk de veertiende.Die koning hield heel erg veel van dansen.

De eerste balletschool is in Frankrijk in 1661 ontstaan. Deze balletschool heette de Koninklijke dansacademie. In het begin mochten ze alleen tijdens de feesten dansen. In 1681 mochten ze ook in het openbaar dansen. In de 18e eeuw werd met het dansen niet meer gezongen. Toen werd er alleen op muziek gedanst. Het zingen en praten werd vervangen door muziek en gebarentaal, mime en dans.

Hoofdstuk 2 BALLET

Ballet is dansen en dat kan je eigenlijk overal doen. Maar als je het wilt leren dan ga je naar een balletschool. Dit wordt ook wel balletacademie genoemd.Ballet doe je in een balletzaal. Deze zaal is groot en er staan bijna geen spullen in want je hebt ruimte nodig om te oefenen. De vloer is van hout en moet verend zijn.

In de balletzaal zit een spiegelwand. De spiegel zit aan de lange kant van de zaal. Je hebt deze spiegel nodig om te kijken of je houding goed is. Ook zit er in de zaal een barre. Dit is een lange leuning om je vast te houden zodat je je balletoefeningen goed kan uitvoeren. Soms mag je de barre alleen vasthouden met een vinger. Je probeert je evenwicht te houden met de oefeningen zodat je ze later, met een voorstelling zonder barre kan uitvoeren. Ook hangen er mooie rode theatergordijnen langs de ramen. Als we erg worden afgeleid door buiten dan gaan de gordijnen dicht.

Je hebt muziek nodig om te dansen. In onze balletacademie hebben wij een piano in de balletzaal staan. En een pianiste begeleid ons met de oefeningen. Het is prettig om iemand te hebben die met ons meespeelt want als het niet goed gaat dan stopt ze even en gaat dan weer door. Ook gaan we soms te snel of te langzaam en dan past de pianiste de muziek aan. Meestal wordt er klassieke muziek gespeeld. Dit is rustige muziek waardoor je de houdingen en bewegingen goed en rustig kan uitvoeren.





Hoofdstuk 3 KLEDING

Je haar moet vastzitten bij ballet omdat je dan de houdingen beter kan uitvoeren. Je haar zit dan niet in de weg of voor je gezicht. Met de les moet je haar vast bijvoorbeeld in een staart of knot. Tijdens voorstellingen moet je haar in een knot. Dit moet omdat je allemaal hetzelfde eruit moet zien. Er is een speciaal netje waardoor je bij iedereen een knot kan maken, of je nou lang of kort haar hebt.

Bij ballet moet je een balletpak en een balletmaillot aan. De kleding moet strak om je lichaam zitten omdat de juf dan goed kan zien hoe je houding is. Bij een gewone balletschool mag je ook beenwarmers, rokjes en vestjes aan. Meestal maakt het dan ook niet uit of het roze of zwart is. Bij de balletacademie zijn ze strenger en mag je geen extra dingen aan want anders kan de balletjuf je houding niet goed corrigeren. Bij mijn balletacademie mag je alleen een zwart balletpak aan met spaghettibandjes en een roze maillot.

Aan je voeten draag je balletschoentjes. Deze schoentjes zijn van zacht soepel leer met een klein zooltje. Als je ze koopt moet je er een elastiekje in maken. Dit elastiekje zit erbij en moet je opmeten bij je eigen voeten en dan erin stikken. Er zit ook een klein touwtje in de rand en deze trek je stevig aan en strik je goed vast. Dit zorgt ervoor dat je balletschoen tijdens de oefening niet uit kan gaan. Het zit gegoten om je voet net als je kleding. Ook hierbij kan de juf goed zien hoe je je voeten houdt.

Je kan ook op spitzen dansen. Spitzen zijn balletschoenen waarmee je op je tenen kunt dansen. Je mag pas op spitzen dansen als je 12 bent. Voor die tijd is het slecht voor je tenen, die zijn dan nog niet zo sterk. Spitzen zijn ook van soepel leer gemaakt maar voorin de schoen zit een stuk hard karton. Hier op rusten je tenen zodat je op je tenen kan staan. Met twee roze linten bevestig je de spitzen aan je enkels. Het karton moet wel sterk blijven dus je moet elk jaar nieuwe spitzen kopen. Als je later een ballerina bent dan moet je zelfs vaker nieuwe spitzen kopen, ze moeten wel stevig blijven als je erop danst.


Hoofdstuk 4 HOUDINGEN/OEFENINGEN

We beginnen de les altijd met opwarmoefeningen. Je moet goed opwarmen om je spieren soepel te maken anders krijg je blessures en spierpijn. Ook moet heel goed op de juf letten want je moet precies nadoen wat zij doet. Als je de oefening verkeerd doet dan kan je ook blessures krijgen. Je moet eigenlijk goed opletten en goed meedoen.

We moeten heel veel buikspieroefeningen doen. Deze zijn lastig uit te leggen maar makkelijk om voor te doen. Dan beginnen we met een serie oefeningen achter elkaar. Hierin komen verschillende houdingen en posities in voor. Hieronder zal ik verschillende uitleggen;

Er zijn 4 posities:
1. je voeten in een v en hielen tegen elkaar.
2. je voeten in een v en je benen uit elkaar.
3. je voeten in een v en je rechterhiel tegen holletje van je linkervoet.
4. je voeten in een v en je linkerhiel tegen holletje van je rechtervoet.
* Er zijn ook 4 arabesque die je moet kennen;

een been naar achter, je armen gestrekt 1 naar voren (zelfde been en arm) 1 opzij.
een been naar achter, je armen gestrekt 1 naar voren (andere been en andere arm), 1 opzij.
een been naar achter gekruist, armen gestrekt 1 naar voren (zelfde been en arm) 1 opzij
een been naar achter gekruist, armen gestrekt 1 naar voren ( andere been en andere arm), 1 opzij.

Je houding moet goed zijn bij ballet. Je moet rechtop staan, buik in en billen aangespannen. Verder heb je verschillende houdingen bij ballet.
* Plier = door je knieën zakken.
* Relever = opstrekken.
* Coute de pied = op een been staan en het puntje van je andere teen tegen je knie aan.
* Retirer = op een been staan, andere been gebogen en de hiel op je andere hiel leggen.
* Tandu = been gestrekt en voet spitsen en been optillen.
* Clôche = op een been staan en je andere been gestrekt heen en weer zwaaien aan de achterkant van je been.
* tafeltje=rug recht en voorover buigen.





Hoofdstuk 5 THEATER

De balletvoorstellingen worden gegeven in een theater. Een theater is een gebouw met zalen. In een zaal is een podium met een groot gordijn. In de zaal staan allemaal stoelen.Ik ben zelf naar de voorstelling van de Notenkraker geweest. Deze werd uitgevoerd in de RAI. Dit was een mooie zaal met rijen stoelen die schuin omhoog liepen. Er was een orkest aanwezig die het ballet begeleidde. Ook ben ik naar de schone slaapster geweest , deze was in het muziektheater in Amsterdam. Ook dit was een heel mooi theater. Ook heb je in een theater een decor, licht en muziek nodig. Muziek kan op een band zijn maar ook met een orkest of alleen een piano.

Ik ballet al vanaf mijn 4e jaar. Eerst ging ik naar een dansschool in Amstelveen en sinds 3 jaar dans ik bij de balletacademie van Amstelveen. Hier is een echte balletjuf die zelf bij het National Ballet heeft gedanst. We hebben vorig jaar een voorstelling gegeven in de schouwburg in Amstelveen. De voorstelling heette de betovering. Dit ging over een betoverd kasteel. Elke groep danste een stukje in het verhaal. Ik was bestek wat tot leven kwam. Het was een mooie voorstelling met decor, licht en mooie kostuums. We hebben vier voorstellingen gegeven. Het was best veel maar leuk om te doen.

Nawoord

Ik heb mijn werkstuk gemaakt met de hulp van mijn moeder. Ik weet zelf veel van ballet en ik heb op internet gezocht. Mijn moeder heeft soms geholpen met zinnen te maken. Ik vind het moeilijk goede zinnen te maken. Ik heb de plaatjes op school en thuis op gezocht. Ik vind mijn werkstuk heel mooi geworden. Het is duidelijk en heel mooie plaatjes zitten er in. Ook een paar foto’s van mijzelf en mijn ballet. Ik vind een werkstuk maken heel leuk. Van alles opzoeken en dan opschrijven over ballet. Hierdoor kan ik mijn spreekbeurt beter doen. Ik vind het leuk om ook nog een spreekbeurt te doen want dan kan ik de oefeningen en houdingen beter laten zien.

Bronvermeldingen:
Mijn eigen ervaringen op balletles
www.wikipedia.nl
www.ballet.nl
www.google.nl




Meer informatie over Klassiek ballet: